Direct naar artikelinhoud
nieuwsenergiekosten

Kabinet onderschat energierekening huishoudens; Kamer onaangenaam verrast

Het kabinet is te optimistisch geweest over de energierekening voor gezinnen. Door het gebruik van achterhaalde gegevens bij de doorrekening zou de verwachte stijging wel meevallen. Door de pijnlijke blunder valt dat nu dus vies tegen.

Staatssecretaris van Economische Zaken Mona Keijzer.Beeld ANP

De energierekening valt dit jaar gemiddeld 334 euro hoger uit dan in 2018, zo blijkt uit een nieuwe berekening van het CBS. In december wees staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken) suggesties dat de energierekening zoveel zou stijgen nog van de hand als ‘bangmakerij’. Dinsdagochtend heeft ze toegegeven dat ze een blunder heeft begaan. Ze baseerde haar uitspraak op verouderde ramingen.

Dat de bagatelliserende opmerkingen van Keijzer nu door de feiten gelogenstraft worden is pijnlijk, omdat de stijgende energiekosten huishoudens hard in de portemonnee raken. De prijsstijging ligt ook gevoelig omdat er met het oog op de klimaatdoelen waarschijnlijk nog meer verhogingen van de energielasten in het vat zitten. GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee is dan ook erg ongelukkig met Keijzers blunder. Hij noemt deze tegenover de NOS ‘erg kwalijk’ en ‘contraproductief’. Het toch al broze draagvlak voor de energietransitie is natuurlijk niet gebaat bij deze tegenvaller. Ook de coalitiefracties reageren onaangenaam verrast en willen tekst en uitleg van de staatssecretaris.

Gedateerde raming

In december voorspelden energievergelijker Gaslicht.com al dat de energierekening in 2019 met circa 360 euro zou stijgen. Keijzer deed die voorspellingen tegenover een gealarmeerde Tweede Kamer af als onzin. Volgens haar overschatte Gaslicht.com het gas- en elektriciteitsverbruik per huishouden met maar liefst 25 procent en zouden ook de stroom- en gasprijs lang niet zo hard stijgen als de energievergelijker voorzag. ‘Sterker nog, uit de raming blijkt juist dat de kosten zullen dalen.’

De raming waaraan Keijzer hier refereert is de Nationale Energie Verkenning (NEV) 2017 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Alleen: die raming was op dat moment al meer dan anderhalf jaar oud. Omdat het PBL zo druk was met het doorrekenen van de voorstellen van de Klimaattafels ontbrak de tijd om die raming in 2018 te actualiseren. Inmiddels is duidelijk dat het aardgas- en stroomverbruik van huishoudens veel minder sterk is gedaald dan het PBL twee jaar geleden aannam. Ook de gas- en stroomprijzen zijn nu hoger dan het PBL voorzag. De gasprijs is meer gestegen dan verwacht door het verlagen van de gaswinning in Groningen en door extra stroomvraag vanuit België, dat kampt met problemen met zijn kerncentrales.

Ook de energiebelastingen zijn dit jaar weer omhoog gegaan, maar dat was gepland en dus voorzien. Het hoger dan geschatte energieverbruik leidt echter tot een hefboomeffect: energiebelasting wordt geheven per verbruikte kilowattuur stroom en kubieke meter gas. Dus hoe hoger het verbruik, hoe harder de belasting aantikt.

Wat is dat eigenlijk, het Planbureau voor de Leefomgeving?

Op het wassende water van smeltend poolijs is het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een stroomversnelling geraakt. Met de Nederlandse handtekening onder het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 werd klimaat een speerpunt in de Nederlandse politiek en zat het PBL met al zijn klimaatexperts in het centrum van het debat. Wat is dat voor instituut, dat al wordt betiteld als de klimaatfluisteraar van het kabinet, en door critici wordt beschouwd als iets te begaan met het klimaat?